Kwijt-pijn

Ik ben even mijn telefoon kwijt.

Een amputatie!

Tijd om de afkickverschijnselen (binnen twee uur na verlies ernstig overdreven veelvoorkomend) onder de loep te nemen en te hopen dat meneer (dan wel mevrouw) zeer snel weer opduikt. Op de plek waar ik haar/hem vermoed te hebben achtergelaten, bijvoorbeeld.

Drrrrrrtiiiiirrrrrrrrrrroooooooojjjjjjjj. Was ik een drugsgebruiker, nee toch? Nou, maar een boek lezen. Ofzo.
Ik kan dit aan.
Ik kan dit aan.
Ik kan dit aan.

Help.

Ik mis mijn telefoon.
Ernstig.

Voor wie het verwachtte: ik ben er dus even niet. Qua bellen. Whatsappen. Wordfeuden. Mailen. Skypen. Smsen.

Mijn telefoon. Stemband, typemachine, communicatievorm.
Brug, licht, radio.

Oh, mijn alles.

Mijn linkerarm, mijn rechterbeen, mijn telefoon.

Tijd om te minderen, dat is alles wat hiermee wordt aangetoond, vrees ik.

Waarom een boodschappenwagentje?

‘Er ligt een boodschappenwagentje in het grasveld.’

‘Waar?’

‘Daar verderop in het gras.’

‘Waarom ligt er een boodschappenwagentje in het grasveld?’

‘Het had misschien zin om daar te liggen, maar waarschijnlijker is het daar door iemand neergelegd. Door wie? Wanneer?’

‘Wat doet iemand uberhaupt met een boodschappenwagentje buiten de cirkel van 50 meter rond een supermarkt…’

‘…toegegeven, op 100 meter is de supermarkt.’

‘…en waarom laat hij/zij de kar achter? Val me niet in de rede.’

‘Belangrijker: zit de munt nog in het boodschappenwagentje?’

‘Heb je geld nodig?’

‘En voelt het wagentje zich ontheemd?’

‘Ze hebben over het algemeen weinig gevoelens, die karretjes. Vermoed ik.’

‘Ik heb medelijden. Waarom heb ik medelijden?’

‘Omdat boodschappenwagentjes niet uit zichzelf naar de kudde terug kunnen keren en ik geen zin heb om hem uit zijn lijden te verlossen. Jij doet ook niets.’

‘Ik ga dat grasveld niet in. Eens kijken hoe lang het wagentje daar zal liggen.’

‘Kun je hier elke dag langslopen zonder iets voor dat arme karretje te doen?’

‘Nee, ik richt subiet een stichting op. RHVB. Red het verlaten boodschappenkarretje.’

‘Is het eigenlijk een karretje of een wagentje?’

‘Wat jij wilt. Het is jouw feestje.’

‘Koffie?’

‘Ja lekker. In de supermarkt is het gratis.’

‘Lopen we daarheen.’

Hondjes in jasjes

‘Dat is geen hond, dat is een aangekleed konijn!’ zeg ik met weinig verholen afschuw in mijn stem tegen de vrouw die een rillende chihuahua* in het gras zet. Hij was op haar arm mee de lift uit gekomen.

Ik zei het natuurlijk niet, maar ik dacht het. Ach ja.

speciaalvoorchiwawas

bron: aseto.nl/ voor al je draagtassen en jasjes.

* Over de spelling van Chiwawa/Chihuahua/etc. kan een heel ander blog volgekladderd worden. Ik laat dat maar even waaien.

Zo’n eh, hond als accessoire, met zo’n jasje aan, ik heb er altijd moeite mee gehad. Die hondjes kijken ook meestal diep ongelukkig. Die willen lekker met halve boomstammen sleuren, of takjes die ze voor halve boomstammen aanzien. Ze willen in de poep rollen, ja poep!, en vieze woorden roepen en op een enorm goeiige labrador afrennen en dan keihard keffen terwijl ze zich zes keer zo groot wanen. Ze willen in het water springen en daarna door het zand rennen, ze willen met niet-gemanicuurde modderpootjes tegen je witte broek omhoog springen. Ze willen ongemanierd en met hun haar in de war voor je uit rennen.

Ze willen, kortom, geen levende barbiepop met een vachtje zijn.
Ik bedoel maar:

http://invidia.pianetadonna.it/foto_gallery/vita-da-vip/paris-hilton-e-il-chihuahua-tinkerbell/paris-hilton-e-tinkerbell.html

Bron: Kika Presse

(Zij met de telefoon heet Paris, zij met de roze trui heet Tinkerbell.)

Misschien zou ik een hondenpension voor dit soort honden moeten oprichten. Opvang, hondenuitlaatservice, undercover want volgens de roze gekleurde website dol op chihuahuakleertjes, -frutseltjes en -leefstyle. Dan mogen de hondjes een weekje komen logeren en gaan we alles doen wat het bazinnetje verboden heeft. Naar het bos, het strand, de modder. Het water in, eten zonder daarna tanden te poetsen en keihard vechten met andere honden. Zonder ons druk te maken over kleertjes en nagels. Whao!

modderpoeltje

Spring d’r maar in, meid.

En op de laatste dag gaan ze in de geurende hondenshampoo. We lakken de nageltjes en zetten de haren in de krul. En bij het ophalen zeggen we ‘ze heeft als een prinsesje geslapen, we zijn gaan shoppen in de Bijenkorf en ze heeft heel fijn jurkjes gepast.’

En het hondje en ik knipogen naar elkaar, zo van ‘ tot volgende keer, yeah!’

Arme accessoirehondjes.

Treingesprek

‘Dan belt mijn moeder en die zegt dan jaa, je vader heeft net het frituurvet verschoond en dan denk ik ja leuk, dat soort feitjes en dan hoor ik mijn vader op de achtergrond joehoe belangrijke nieuwsfeiten en vraag even of ze dat tentamen nog gehaald heeft.’

‘Hoe ging je tentamen?’

‘Ik ga als een tiet, ik heb alleen nog maar achten gehaald dit jaar.’

‘En met je ouders?’

‘Ik voer met mijn moeder alleen gesprekken over frituurvet dus.’